Kijkonderzoek (scopie)

Je huisdier voelt zich duidelijk niet goed, maar laat aan de buitenkant niet zien wat er mis is. Ze kunnen ons helaas ook niet vertellen wat ze voelen en waar. Deze vervelende situatie komt elke diereigenaar bekend voor.
Om een diagnose te kunnen stellen is het regelmatig nodig om verder onderzoek te doen naar wat er inwendig in het dier gaande is. Dit kan o.a. met behulp van bloedonderzoek, röntgenfoto’s en echografie. Maar soms willen we letterlijk kunnen ‘zien’ hoe iets er uit ziet. Dit kan met een kijkonderzoek, ook wel een scopie genoemd. 

Wat is een kijkonderzoek?

Een kijkonderzoek wordt gedaan met een scoop. Een scoop is een dunne flexibele slang met daarin een camera. Deze slang kan bij het dier naar binnen gebracht worden via de mondholte, neus of anus. Op een beeldscherm kan de dierenarts dan zien hoe het dier er van binnen uit ziet. De volgende onderdelen kunnen op deze manier in beeld gebracht worden:

  • Neus
  • Luchtwegen
  • Keel
  • Slokdarm
  • Maag
  • Darm

Langs de camera kunnen ook nog instrumenten geschoven worden zoals een paktang, een biopsietang (om een hapje uit weefsel te nemen) of een slang om mee te spoelen. 

Het onderzoek is weinig belastend voor het dier, doordat ze tijdens het onderzoek slapen en het onderzoek niet pijnlijk is.


De scoop: een flexibele slang met daarin een camera


De punt van de scoop met paktang.


Wanneer is een kijkonderzoek nuttig?

Wanneer andere onderzoeken (bv. bloedonderzoek, echo of röntgenfoto’s) geen duidelijkheid geven, kan een kijkonderzoek ons soms verder helpen om tot een diagnose te komen. Doordat zoveel verschillende delen van een dier in beeld gebracht kunnen worden met een kijkonderzoek, zijn er ook veel verschillende indicaties om zo’n onderzoek te doen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • Niezen of neusuitvloeiing
  • Hoesten
  • Langdurige maagdarmklachten, zoals: slechte eetlust, braken, diarree of bloed bij de ontlasting.
  • Verdenking van een vreemd voorwerp in de neus (bv. een grasspriet of grasaar) of maag (bv. een opgegeten speeltje).


De luchtpijp van een hond
 

Aanvullend onderzoek

Wanneer de dierenarts ziet dat er een stuk weefsel afwijkend is, kan er met een biopsietang een hapje uit het weefsel genomen worden. Dit kan vervolgens opgestuurd worden om te laten onderzoeken wat het is. Denk daarbij aan verschillende soorten ontstekingen of tumoren.

Er kan ook een longspoeling gedaan worden. Er wordt dan vloeistof in de longen gebracht en deze wordt er vervolgens weer uitgehaald. Die vloeistof kan opgestuurd worden voor analyse. Er wordt dan gezocht naar ziekteverwekkers en er wordt gekeken of er afwijkende cellen aanwezig zijn.

Denk je dat een kijkoperatie voor jouw dier nuttig is, of wil je graag meer informatie? Neem dan contact met ons op!